Thursday, September 28, 2006

ZWAKTE

Als je aan mijn sik komt, kom je aan mij!

Ravenkind

Mijn zwarte gloed van duivelse kennis draag ik om mij heen
Doorgrondend pluk ik de vruchten van de bomen en eet ik afgezaagde druppels
De kassen waarin ik mijn navels kweek kreunen onder kleine zuchtjes wind
Als een bidsprinkhaan grijp ik mijn prooi en loop ik op de fonkelingen in de dauw
Wanneer de zwammen mij aanstaren en de stronken zich in woede naar mij buigen
Verander ik in een nevel van kolibri's en vlieg ik weg naar de groene zon

Aan tafel

Voor een verse natuursoep men neme de volgende ingrediƫnten:

doorgrondend
dauw
druppels
afgezaagd
stronk
kasplant
gloed
nevel
navel
fonkeling

en zie daar, alweer een nieuw gedicht is geschapen

Helendal wel zo tamelijk

Brievenbussen kletteren vrouwen naar de vergetelheid en
vrouwen knetteren als vuren met een mantel om
Heel even eeuwig een eeuwig even
Waarna toch weer een kaartenhuis instort
Gevoelens zich mengen met de flarden zwarte gaten die zich nestelen in al het drankgelach
Hoeden verkocht worden aan mensen zonder haar en
Brievenbussen kletteren

Een tuin

Een touw in mijn haar
Uit mijn hoofd vliegen vogels en touwen vangen mijn ogen
Touwen om mijn vingers, touwen om mijn middel
Touwen uit mijn navel
Vanuit een modderige gieter kruipt een slak
Omhoog langs de touwen
Een andere wereld in
De tuin van mijn gedachten