Friday, January 20, 2006
Sunday, January 15, 2006
Vanwaar die glimlach?
Is het soms grappig dat ik gedichten schrijf?
ben ik daarom een "homo"
zoniet een mietje
prefereer jij de echte kerels zoals die
door Mart Smeets en kornuiten
plachten bezongen te worden
op schaatsbanen?
Nee toch zeker?
Ik ben toch geen
baby
met grote teugen
sabbelend op zijn speen
omdat hij nog niet kan drinken uit een beker
Nee?
Dus je bent het met mee eens
dat "a man must do what he has to do"?
of maakt jou dat moe
luister je liever naar Mart Smeets
die opgeblazen winterpeen?
ben ik daarom een "homo"
zoniet een mietje
prefereer jij de echte kerels zoals die
door Mart Smeets en kornuiten
plachten bezongen te worden
op schaatsbanen?
Nee toch zeker?
Ik ben toch geen
baby
met grote teugen
sabbelend op zijn speen
omdat hij nog niet kan drinken uit een beker
Nee?
Dus je bent het met mee eens
dat "a man must do what he has to do"?
of maakt jou dat moe
luister je liever naar Mart Smeets
die opgeblazen winterpeen?
Saturday, January 14, 2006
Oogzwadder
Twijfelgeval
Er wordt gesproken
Aarzelende lippen rukken aan mijn haren
De muziek die niemand hoort
Niet weer
Niet weer deze draaiende kolken
Ik verdwaal in het rechte pad
Knarsende knarren staren
Vanonder hun kappen glimmen de ogen
De kolken vloeiend oogwit
Het pad !
Maar het wordt een kikker en springt
Net als ik.
De mensen houden van mij
Zij verlangen naar mij
Zij adoreren mij
"doe nog eens een kunstje"
Verachting voor mijn eigen wezen
Ik huil
En spuug ogen
Er wordt gesproken
Aarzelende lippen rukken aan mijn haren
De muziek die niemand hoort
Niet weer
Niet weer deze draaiende kolken
Ik verdwaal in het rechte pad
Knarsende knarren staren
Vanonder hun kappen glimmen de ogen
De kolken vloeiend oogwit
Het pad !
Maar het wordt een kikker en springt
Net als ik.
De mensen houden van mij
Zij verlangen naar mij
Zij adoreren mij
"doe nog eens een kunstje"
Verachting voor mijn eigen wezen
Ik huil
En spuug ogen
Friday, January 13, 2006
Guest-appearance by "The Nooijster"
Fantaplant
Oh, fanta-, fantaplant
Doorstaat van tijd de tand
In het bos der zeven wouden
Het vloeibare goude
Oh, fristi-chocoboom
Groot, statig, sterk en vroom
In de zee der achttien meren
Godverdomme ik zal je leren
Oh, kanker-, kankerkind!
Met om je nek dat stomme lint
Op de berg der negen heuvels
Speur je elke dag naar treufels
Oh, tering, klotezooi
Gevangen in een kooi!
In het graf der twintig kelders
Ben ik toch liever hier dan elders
Oh, Hansje, Hans Kazan
Dansend in een pan
In de geul der dertig grachten
Kan hij zo naar kazen smachten
Nu is het te ver gegaan
Te lang op mijn hoofd gestaan
Al het bloed gaat naar mijn oor
Ik heb er toch geen kracht meer voor
December
Oh, fanta-, fantaplant
Doorstaat van tijd de tand
In het bos der zeven wouden
Het vloeibare goude
Oh, fristi-chocoboom
Groot, statig, sterk en vroom
In de zee der achttien meren
Godverdomme ik zal je leren
Oh, kanker-, kankerkind!
Met om je nek dat stomme lint
Op de berg der negen heuvels
Speur je elke dag naar treufels
Oh, tering, klotezooi
Gevangen in een kooi!
In het graf der twintig kelders
Ben ik toch liever hier dan elders
Oh, Hansje, Hans Kazan
Dansend in een pan
In de geul der dertig grachten
Kan hij zo naar kazen smachten
Nu is het te ver gegaan
Te lang op mijn hoofd gestaan
Al het bloed gaat naar mijn oor
Ik heb er toch geen kracht meer voor
December
Ik vertel twee mensen
Dat wat ik drie zou zeggen
Wat
Dat ik gister zat
Met een mat onder mijn gat
Maar jij
Foeilelijk schepsel
Met je natte lange haren
Articulerend met getuite lippen
En ook je diepe frons
The Nooijster
Wednesday, January 11, 2006
Kieskeurig
! ! !
?
!!!
!!!!
!!!!!
!!!!!!
"crescendo maistro!"
! Maistro !
!Pizza! maistro!
Maistriza kala pasta pizza
!! Pasta
!!! Pizza
!!!! Maistro
!!! Pizza
!! Pasta
Pizeuse
Pasta
"!!"
"!!!"
Ik schreeuw het uit
?
!!!
?
!!!
!!!!
!!!!!
!!!!!!
"crescendo maistro!"
! Maistro !
!Pizza! maistro!
Maistriza kala pasta pizza
!! Pasta
!!! Pizza
!!!! Maistro
!!! Pizza
!! Pasta
Pizeuse
Pasta
"!!"
"!!!"
Ik schreeuw het uit
?
!!!
Lepelaars
Witte scheuren scheren over de plassen
Gespetter wisselt in zijn vele gedaantes
Kleine eencelligen leven onder het oppervlak
Lepelvormen genieten van hun maaltijdbord
Modderkleur mengt makkelijk
De krioelende zichten omsluiten mijn gelukkige snavel
Tantaluskwelling o zo schoon
Gespetter wisselt in zijn vele gedaantes
Kleine eencelligen leven onder het oppervlak
Lepelvormen genieten van hun maaltijdbord
Modderkleur mengt makkelijk
De krioelende zichten omsluiten mijn gelukkige snavel
Tantaluskwelling o zo schoon
Monday, January 09, 2006
Het Voskensliedt IV
Hetgeen dat ik daar deed was stout
en u kan het toch weten
Toch laat het mij volkomen koud
ik kwam niet om te keten!
Ik kwam voor die bananen
en die heb 'k dan ook nu
'K verlaat nu de platanen,
ik weet, het is wat cru!
Ik ging voort naar het Apenland
met mijn edel geschenk
Maar daar was juist iets aan de hand,
is dit wat ik denk?
Want daar stond een bananenmand
van een zekere Henk!
en u kan het toch weten
Toch laat het mij volkomen koud
ik kwam niet om te keten!
Ik kwam voor die bananen
en die heb 'k dan ook nu
'K verlaat nu de platanen,
ik weet, het is wat cru!
Ik ging voort naar het Apenland
met mijn edel geschenk
Maar daar was juist iets aan de hand,
is dit wat ik denk?
Want daar stond een bananenmand
van een zekere Henk!
Het Voskensliedt III (Lyriek van een nachtdier)
Zoals ik eerder tegen u zei
Sloeg 'k de vos met mijn vuist
maar oordeelt nou niet over mij
want wat ik deed was juist
Terwijl Van Staap daar lekker lag
bevangen door een flauwte
Deed ik dat wat ik niet mag
van strenge Vos-herauten
Ik pakte de bananentros
en nam het met mij mee
Ik stapte over de dode vos
zo van "hupsakee!"
Ik plukte nog wat lentemos
en betrad toen de Allee
Sloeg 'k de vos met mijn vuist
maar oordeelt nou niet over mij
want wat ik deed was juist
Terwijl Van Staap daar lekker lag
bevangen door een flauwte
Deed ik dat wat ik niet mag
van strenge Vos-herauten
Ik pakte de bananentros
en nam het met mij mee
Ik stapte over de dode vos
zo van "hupsakee!"
Ik plukte nog wat lentemos
en betrad toen de Allee
Eenzaam
Een uiloogig vormsel
Tollend in de ronte
Slaat het kraters met zijn vuistjes
En wanneer het dan zijn vleugels
Met een glad geluid ontvouwt
Weet men
"Satan heeft geen zin meer"
Tollend in de ronte
Slaat het kraters met zijn vuistjes
En wanneer het dan zijn vleugels
Met een glad geluid ontvouwt
Weet men
"Satan heeft geen zin meer"
Saturday, January 07, 2006
Slaapstoornis en Kotsneigingen
De overal omheendraaiende woorden
Ovaal van vorm
Zijn ook de eieren die wij niet meer eten kunnen
Kurkdroog is de doordrenkte wijnkeel
Van het verlangen naar een heldenrol
En als wij nou een treurwilg waren
De groene vochtige haren druipen leeg
Druppels zouden de zanderige pijpleidingen vullen
Verraderlijk plakkerig is de geest van de mensheid
Zichzelf keer op keer trachtend te verrassen
Ovaal van vorm
Zijn ook de eieren die wij niet meer eten kunnen
Kurkdroog is de doordrenkte wijnkeel
Van het verlangen naar een heldenrol
En als wij nou een treurwilg waren
De groene vochtige haren druipen leeg
Druppels zouden de zanderige pijpleidingen vullen
Verraderlijk plakkerig is de geest van de mensheid
Zichzelf keer op keer trachtend te verrassen
Friday, January 06, 2006
Het Voskensliedt II
Ik talmde niet en vroeg terstonds
"Geef mij zo'n banaan, Van Staap
'tis niet voor mijn Lepra-fonds
maar voor zo'n vieze aap."
"Mijn vossenoor slaat op als roe,
ge spreekt over bavianen."
En ook nog voegde Van Staap toe:
"Maar steelt niet mijn bananen!"
"Ze waren van mijn moedervos
en die was nogal vroom"
"Zij was geen domme laad-en-los
soms was het haast een droom."
Plots schoot mijn linkerhandje los,
Van Staap was juist wat loom.
"Geef mij zo'n banaan, Van Staap
'tis niet voor mijn Lepra-fonds
maar voor zo'n vieze aap."
"Mijn vossenoor slaat op als roe,
ge spreekt over bavianen."
En ook nog voegde Van Staap toe:
"Maar steelt niet mijn bananen!"
"Ze waren van mijn moedervos
en die was nogal vroom"
"Zij was geen domme laad-en-los
soms was het haast een droom."
Plots schoot mijn linkerhandje los,
Van Staap was juist wat loom.
Sonnet Retteket (of Het Voskensliedt)
Laatst liep ik door het berkenbos
Al waar ik geen bananen
voor vieze bavianen
slechts plakkerig lentemos
kon vinden in de platanen
het was gegeten door een vos
die liep daar nam'lijk los
slechts geroerd door tranen
Het dier heette geen Reinaert
was niet zo'n sluwe knaap
Het heette naar een paard
een zekere Van Staap
Die kende ik nog uit Blauwbaard
daarin speelde hij Sint Jaap
Al waar ik geen bananen
voor vieze bavianen
slechts plakkerig lentemos
kon vinden in de platanen
het was gegeten door een vos
die liep daar nam'lijk los
slechts geroerd door tranen
Het dier heette geen Reinaert
was niet zo'n sluwe knaap
Het heette naar een paard
een zekere Van Staap
Die kende ik nog uit Blauwbaard
daarin speelde hij Sint Jaap